Door: René Megens (OOR.nl)
31 augustus 2018
Dark Was The Night
was in 2009 de titel van een sublieme compilatie in de charitatieve Red
Hot-reeks, die 1,6 miljoen dollar opbracht voor de strijd tegen aids.
Een van de liedjes erop heette Big Red Machine en was afkomstig
van een samenwerkingsverband tussen Aaron Dessner van The National en
Justin Vernon alias Bon Iver. Bijna tien jaar later is Big Red Machine de naam van het eerste album van een gelijknamig collectief.
Met Big Red Machine tonen Dessner en Vernon lef. De beide Amerikanen
maken onderdeel uit van het digitale platform PEOPLE, dat ze hebben
opgericht om musici in een community-setting een platenlabelloze
‘uitlaatklep’ te geven. Ze hebben vertrouwen in artistieke democratie en
in muzikanten als Lisa Hannigan (zang), Arcade Fire’s Richard Reed
Parry (zang) en Brad Cook (omnichord, productie). Die kregen de ruimte
om de door de multi-instrumentalisten Dessner en Vernon in de steigers
gezette composities uit te bouwen. Niemand van het cohort hulptroepen
maakte misbruik van de vrijheid door er een eigen showtje van te maken.
Die creatieve saamhorigheid levert een organische collectie songs op,
eentje die het werk van The National en Bon Iver uitdiept. Het nummer Big Red Machine
was een nogal serene combinatie van uitgeslapen pianowerk en etherische
zang. Op het gelijknamige album ligt de nadruk op beats, die soms een
Thom Yorke-achtige inslag hebben. Het is bepaald geen easy listening wat
Dessner, Vernon en de hunnen hebben klaargestoomd. Er gebeurt veel en
Vernon pleegt weer heiligschennis door zijn stem te vervormen. ‘Well we
better not fuck this up’, klinkt het in Gratitude. De beide musici doen deze woorden gestand op – nu al – een van de relevantste, boeiendste en beste albums van 2018.