Karen Dalton (Jean Karen Cariker) maakte deel uit van de folkbeweging in Greenwich Village (AT 1760 – o.a. Bob Dylan, Woody Guthry, Pete Seeger, Dave Van Ronk, Phil Ochs, Richie Havens),
die optrad in plekken als The Gaslight, Cafe Au Go Go en The Bitter
End. Leidde een tragisch leven, met vele mislukkingen, tegenslagen,
psychische problemen, verslaving, armoede, was dakloos, en is
uiteindelijk in 1993 roemloos aan aids overleden. Met haar carriere is
het nooit wat geworden, mede door haar eigen rusteloosheid, maar ook
door een aantal branden die al haar persoonlijke bezittingen hadden
verwoest. Uiteindelijk heeft ze maar twee officiele albums uitgebracht:
It’s So Hard To Tell Who’s Going To Love You The Best uit 1969, en deze
In My Own Time uit 1971. Dalton heeft met een aantal folk artiesten in
Greenwich Village opgetreden. Met Fred Neil maar ook met Dylan. De vrouw had een stem waar je met verwondering naar luistert. En doet je een beetje denken aan Sandy Denny en Buffy Sainte-Marie. In Chronicles: Volume One van Dylan staat: “She
was a tall white blues singer and guitar player, funky, lanky, and
sultry. I’d actually met her before, run across her the previous summer
outside Denver in a mountain pass town in a folk club. Karen had a voice
like Billie Holiday’s and played the guitar like Jimmy Reed and went
all the way with it. I sang with her a couple of times.” Meest favoriete nummers zijn Something On Your Mind, When A Man Loves A Woman, bekend van de uitvoering van Percy Sledge, How Sweet It Is van Holland/Dozier/Holland en bekend van Marvin Gaye en James Taylor, en In A Station van The Band. Katie’s Been Gone van The Band schijnt over haar te gaan. In 2020 is er een documentaire over Dalton verschenen. Dat een mooi beeld geeft van deze zangeres.