“Twee gitaren, bas, drum en wat vocalen eroverheen; zo simpel mogelijk
zonder toevoegingen en dat werd dit eigenlijk”, zó omschreef
Lewsberg-man Arie van Vliet recentelijk hun nieuwe,2de album en zij
zetten hiermee een fikse stap vooruit, zowel muzikaal als tekstueel. De
band ademt een vrije, onafhankelijke geest. Puur, onderkoeld bijna,
zonder franje of poespas komt het over. Het samenspel refereert aan een
fikse greep uit je platencollectie maar heeft een ongekend sterk eigen
smoel en door het weglaten van effecten een naakte,pure sound. Het
gitaarspel (Shalita Dietrich’s bas incluis!) wat soms wel, soms niet op
z’n plek valt; dan weer langs elkaar schuurt, is een puur luistergenot.
Tekstueel is het eveneens geheel eigen: en laat ruimte voor je fantasie.
De teksten zijn niet om te behagen, meer om te prikken en prikkelen als
een zoektocht naar nieuwe taal. Niet poëtisch, eerder prozaïsch als
Taalspielerij wat natuurlijk versterkt wordt door de Velvets-praatzang
met de recht voor je raap-muziek. Het is zoals het is maar dit is beter.
Recensent mania
: Paul Maas