Zesde soloalbum alweer van deze in Texas geboren en in Kansas City
opgegroeide muzikant die een jaar of tien geleden voor het eerst van
zich liet horen in de New Yorkse bands Woods en The Babies. Sinds 2013
gaat er nauwelijks een jaar voorbij waarin hij geen nieuw album
uitbrengt, maar zijn creativiteit heeft niet te lijden onder hoge
productie. De opvolger van zijn niet-religieuze religieuze plaat Oh My
God (2019) heet Sundowner en Morby schreef deze liedjes vorig jaar al
met hulp van en viersporenrecorder in zijn huis in Kansas City, waar hij
sinds 2017 weer woont na een periode in Los Angeles. Met producer Brad
Cook (bekend van The War On Drugs, Bon Iver, Sharon Van Etten) trok hij
vervolgens naar de befaamde Sonic Ranch studios in Texas, waar Morby het
merendeel van de instrumenten zelf bespeelde. De titel van de plaat
verwijst naar de bijnaam die hij zichzelf en zijn vriendin Katie
Crutchfield (bekend van Waxahatchee) voor hen samen bedachten.
Crutchfield is ook te horen op deze vrij kale, melancholieke en veelal
ingetogen klinkende plaat, die soms het laidbackgeluid van Neil Young in
herinnering roept, maar dan wel met de voor Morby gebruikelijke echo's
van de Velvet Underground en Lou Reed. Opnieuw een prachtalbum van deze
singer/songwriter die terecht tot de belangrijkste indiemuzikanten van
de laatste jaren wordt gerekend.
Recensent mania
|
: Marco van Ravenhorst |