Het is dit jaar vijftig jaar geleden dat de grimmige Parijse
studentenrellen (naar Amerikaans voorbeeld) in de lente een culturele
new wave veroorzaakten. De niks aan de hand yé-yé muziekjes van dartele
zuchtmeisjes van even daarvoor maakte ruimte voor een culturele
samenkomst - maar wel minder vrolijke - van de tot dan toe gescheiden
genres als chanson, jazz, pop en film soundtracks. Pop vol strijkers en
funky ritmes (kant en klaar om te samplen, jaren later) en okee, toch
nog een snufje upbeat yé-yé en ook werd er volop geëxperimenteerd met
(donkere) literaire teksten die het liefst een links trekje hadden. Geen
Beatles, geen Stones maar Dylan. Het heilige chanson ging op de schop
en alleen de allergrootsen (Aznavou, Brel, Ferré, Brassens en Barbara)
bleven onaangetast. Voortrekker was Gainsbourg (leidend tot meesterwerk
Histoire de Melody Nelson in 1971); de sardonische Dutronc en de beatnik
Polnareff gaven in 1966 al voorzetjes. De braven (Hallyday) haakten af.
Wat overbleef (de ware vernieuwers) staat verzameld op deze
fantastische verzamelaar, boordevol ongekende rijke muzikale paletten
die ergens over mochten gáán. De toekomst lag open.
Recensent Mania
|
: Albert Jonker |