SOLO + ORCHESTRAL ALBUM (92 PIECE ORCHESTRA, CHOIR)
Weinig artiesten zijn zo onvoorspelbaar als Neil Young. Na zijn
doorbraak met The Buffalo Springfield koos Young – zijn uitstapjes met
Crosby, Stills and Nash daargelaten- Young voor een solocarriere zonder
concessies. Was zijn eerste soloplaat (1968) nog rijk gearrangeerd door
Jack Nitzsche, zo werd de opvolger Everybody Knows this is Nowhere
(1969) gekenmerkt door stevige songs, samen met de band Crazy Horse. En
hoewel Young op gezette tijden samen met hen stevige platen maakt, zijn
de uitstapjes van Young legio. Hij wist een commerciële carriere met het
album Harvest (1972) bewust om zeep te helpen met het grillige maar
imposante Time Fades Away (1973). Na respectievelijk een elektronische
(Trans, 1982), een rockabilly (Everybody’s rocking, 1983) en een
countryplaat (Old Ways, 1985) werd Young zelfs door zijn eigen
platenbaas, David Geffen, aangeklaagd wegens het maken van oncommerciële
muziek.
Vlak na het aankondigen van de door Young ontwikkelde ultieme digitale
download, Pono, (Young’s heeft zijn afkeer voor de CD en mp3 nooit onder
stoelen of banken gestoken), verrastte Young zijn fans dit jaar met een
verzameling songs, opgenomen op een Voice-o-graph uit 1947. En dan is
er nu ineens het album Storeytone. Nadat Young solo een aantal nummers
had opgenomen (toegevoegd op de deluxe-edition) werden de opnames
gearrangeerd voor een 92-koppig orkest en een big band. Nu werkte Young
incidenteel al met orkesten op Harvest, maar een geheel orkestraal album
is een nieuwe verrassende wending. Bevlogen, soms gevoelig en dan weer
rockend: het komt allemaal langs op Storytone. Gelukkig zijn er nog
artiesten die doen wat ze willen, of je het nu mooi vindt of niet.